Kinesitherapie

Overzicht soorten behandelingen

C-Pathologie

Bij een C-pathologie of “courante pathologie” heeft u recht op 18 behandelingen aan de normale terugbetaling per pathologische situatie. Per jaar zijn er drie verschillende pathologieën mogelijk, bijvoorbeeld 18 behandelingen wegens lage rugpijn, 18 wegens een tenniselleboog en nog eens 18 wegens een enkelverstuiking. Hiervoor moet voor de tweede en derde reeks een aanvraag worden ingediend bij de adviserend geneesheer van uw mutualiteit.

E- Pathologie

Een E-pathologie wordt ook wel “zware pathologie” genoemd. Wanneer uw pathologische situatie voorkomt op deze lijst, heeft u gedurende een periode (vastgesteld door de adviserende geneesheer van de mutualiteit) recht op meer dan 60 behandelingen.

  1. Uitgebreide perifere verlamming : monoplegie, syndroom van Guillain Barre
  2. Evolutieve aandoeningen van het CZS met uitgebreid motorisch gebrek: o.a. MS, Z.v.Parkinson en ALS
  3. Uitgebreide motorische sequellen van encefale of medullaire oorsprong (bvb.: hersenverlamming Cerebral Palsy, hemiplegie, spina bifida, cerebellair syndroom,…)
  4. Sequellen van zware brandwonden t.h.v.de ledematen en/of de hals tijdens de evolutieve fase
    • Agenesie van een lidmaat voor een rechthebbende jonger dan 18 jaar
    • Globaal functioneel verlies van een lidmaat door amputatie, tijdens de aanpassingsperiode
    • Globaal posttraumatische functioneel verlies van een lidmaat, tijdens de evolutieve periode
  5. Spits- en klompvoet, bij een kind jonger dan 2 jaar
  6. Ernstige gewrichtsdysfunctie ,t.g.v.: hemofilie; erfelijke bindweefselaandoeningen (osteogenesis imperfecta type III en IV, Ehlers-Danlos-syndroom, chondrodysplasieën, Marfan-syndroom); evolutieve scoliose met een kromming van minstens 15° (of hoek van Cobb) bij rechthebbenden onder de 18 jaar; arthrogrypose; Chronische auto-immune inflammatoire  polyarthritis : reumatoïde artritis, spondyloartropathie, juveniele chronische artritis, systemische lupus, sclerodermie
  7. Myopathieeën : de progressieve erfelijke musculaire dystrofieeën, de myotonia congenita van Thomsen en de auto-immune polymyositis
    • Mucoviscidose of geobjectiveerde primaire bronchiale ciliaire dyskinesie
    • Geobjectiveerde hyperproductieve bronchiectasieën
    • Irreversibele chronische obstructieve of restrictieve longaandoeningen met 1 secondewaarde = 60 %, opgemeten in een tussenperiode van minstens één maand; bij een kind jonger dan 7 jaar kan de irreversibele AH-insufficiëntie worden vastgesteld op basis van een gemotiveerd verslag van de behandelende specialist
    • Recidiverende pulmonaire infecties bij bewezen ernstige immunodepressie
    • Broncho-pulmonaire dysplasie met zuurstofafhankelijkheid gedurende meer dan 28 dagen. Gemotiveerde aanvraag van de behandelende kinderarts incl. opnameverslag in een dienst N.
  8. Lymfoedeem van een lidmaat: postradiotherapeutisch of na een radicale klieruitruiming.
  9. Congenitaal primair lymfoedeem.

Fa-Pathologie

De groep van Fa zijn de acute functionele pathologieën. Hiervoor is er een lijst opgesteld met de situaties die tot deze groep gerekend worden. Deze patiënten hebben recht op 60 prestaties per pathologie gedurende een jaar, men begint te rekenen vanaf de dag van de eerste prestatie.

  1. Posttraumatische of postoperatieve aandoeningen:
    • Situaties waarin één of meerdere verstrekkingen uit artikel 14 k) (orthopedie), I (heelkundige verstrekkingen) en III (diagnostische entherapeutische arthroscopieën) zijn aangerekend en waarin de verstrekking of de som van die verstrekkingen overeenkomt met een waarde van N 200 of meer.
    • Situaties waarin een verstrekkingen uit artikel 14 b) (neurochirurgie)zijn aangerekend en waarin deze verstrekking overeenkomt met een waarde van K 225 of meer.
    • Situaties waarbij een van de verstrekkingen 226973-226984, 226995-227006 of 227054-227065 is geattesteerd uit artikel 14, e) van de nomenclatuur (gehele of gedeeltelijke mammectomie of tumorectomiemet klieruitruiming).
  2. Situaties waarbij de verstrekkingen 211046, 211142, 212225, 213021, 213043 en 214045 (artikel 13, § 1 van de nomenclatuur (reanimatie)) werden aangerekend.
  3. Situaties waarbij de rechthebbenden opgenomen zijn geweest in een dienst intensieve zorg (code 49), in een dienst N* voor vroeggeborenen (code 19) of in een dienst NIC voor zwakke pasgeborenen (code 27).
  4. Ademhalingsinsufficiëntie bij kinderen onder 16 jaar met tracheo-, laryngo- of bronchomalacie of recidiverende lage luchtweginfecties.
  5. Motorisch deficit en invalidering als gevolg van:
    • mononeuropathie (bijvoorbeeld dropvoet, drophand)
    • motorische of gemengde polyneuropathie
    • myopathie geïnduceerd door medicatie of door acuut of chronisch contact met toxische stoffen
  6. Situaties in het domein van de orthopedie – traumatologie
    • wervelbreuk die gedurende minstens drie weken met een gipsverband, een korset of een orthese werd geïmmobiliseerd
    • bekkenbreuk die gedurende minstens drie weken een immobilisatie of partieel of volledig steunverbod vereist
    • Breuken aan de knieschijf, het tibiaplateau, de humeruskop, de elleboog of intra-articulairebreuken ter hoogte van de ledematen, die gedurende minstens drie weken werd geïmmobiliseerd
    • luxatie van de elleboog, de heup, de heupprothese, het schoudergewricht of de schouderprothese
    • ernstige knieverstuikingen met gehele of partiële ruptuur van één of meerdere ligamenten.
  7. Adhesieve capsulitis (frozen shoulder)
  8. Situaties die uro-, gynaeco-, colo- of proctologische revalidatie vereisen
    • Bewezen neuropathie, zowel bij mannen als bij vrouwen
    • Postoperatieve revalidatie van sfyncter disfunctie na:
      1. radicale prostatectomie of adenomectomie.
      2. totale cystectomie met vervangblaas ingeplant op de urethra bijpatiënten die lijden aan urinaire incontinentie en/of verminderdaandranggevoel.
      3. verwijdering van een deel van het spijsverteringskanaal met behoud vande anale sfincter.
      4. verzakking van blaas, rectum of baarmoeder na een chirurgischeingreep.
    • Functionele aandoeningen bij kinderen tot de 16 e verjaardag
      1. urinaire aandoeningen die op korte en middellange termijn eenbedreiging vormen voor de hogere urinewegen:
        -dyssynergie tussen blaas en sfincter
        -recidiverende urinewegeninfecties
        -postoperatief syndroom van ureterale kleppen
        vesicale immaturiteit
      2. infantiele encopresis

Fb-Pathologie

De groep van Fb zijn de chronische functionele pathologieën. Hiervoor is er tevens een lijst opgesteld met de situaties die tot deze groep gerekend worden. Deze patiënten hebben recht op 60 prestaties per pathologie gedurende een kalenderjaar.

  1. Situaties die een gangrevalidatie noodzakelijk maken voor rechthebbenden vanaf hun 70ste verjaardag, met persisterende fragiliteit, met recidiverend vallen en/of aanwezigheid van een osteoporotische fractuur, in combinatie met twee van de in de nomenclatuur beschreven testresultaten.
  2. Psychomotorische ontwikkelingsstoornissen bij kinderen onder 16 jaar, na advies en behandelingsvoorstel door een specialist in de (neuro)pediatrie en met een significant zwakkere score op een gestandaardiseerde test. Bij kinderen tot en met 18 maanden met klinisch duidelijke ontwikkelingsstoornissen vastgesteld door middel van evaluatie in een gespecialiseerde multidisciplinaire equipe, waar ten minste een (neuro)pediater deel van uitmaakt.
  3. Ademhalingsinsufficiëntie bij rechthebbenden die opgevolgd worden in het kader van de typerevalidatie-overeenkomst inzake langdurige zuurstoftherapie thuis of bij thuisbeademing.
  4. Chronische motorische of gemengde polyneuropathie.
  5. Chronisch vermoeidheidssyndroom / fibromyalgie
    • patiënten lijdend aan het chronisch vermoeidheidssyndroom en die voldoen aan de voorwaarden beschreven in de nomenclatuur.
    • patiënten lijdend aan fibromyalgie en die voldoen aan de voorwaarden beschreven in de nomenclatuur.

Nieuws uit het staatsblad ( publicatie van 29/04/04)

Vanaf 1 JUNI 2004 mag een voorschrift voor de courante pathologie tot 18 behandelingen per voorschrift bevatten (dus perinatale niet). Voor de verstrekkingen van de E pathologie, de F pathologie en de in het ziekenhuis opgenomen patiënten (ook voor courante aandoeningen) mag het voorschrift tot 60 behandelingen per voorschrift bevatten.

Een kennisgeving van de behandeling van een pathologische situatie FA en FB van wordt door de kinesitherapeut aan de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende bezorgd middels een persoonlijk geadresseerde brief. De verzekeringstegemoetkoming voor de verstrekkingen in het kader van die behandeling is slechts verschuldigd indien de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling een geldige kennisgeving in zijn bezit heeft. Dit wil zeggen: als de kennisgeving opstuurd werd voordat het voorschrift of behandeling verlopen is: de 20 dagentermijn valt weg. * AANPASSING F-LIJST B: bij psychomotorische ontwikkelingsstoornissen moet de diagnose door een geneesheer-specialist gesteld worden, de huisarts kan de voorschriften maken: Volgende specialisten mogen de diagnose stellen:

  • (neuro)pediatrie
  • (neuro)pediatrie en F en P
  • neuropsychiatrie en F en P
  • neurologie
  • neurologie en F en P
  • psychiatrie
  • psychiatrie en F en P

F en P=specialist voor functionele en professionele revalidatie gehandicapten.

UITBREIDING F-LIJST A:

  • * handletsels met gelijktijdig ingrepen onder Nx (orthopedie en heelkunde) en Ky (neurochirurgie): Nx/N200 + Ky/K225=1of >1
  • * Reflex Sympatische Dystrofie Type I (algoneurodystrofie of Südeckatrofie) of van het Type II (causalgie)

Voorwaarden:

  • IASP
  • Geneesheer specialist in orthopedie/reumatologie/fys.geneesk.en revalidatie.
  • * Polytraumatismen, met invalidiserende functie gevolgen t.h.v. 2 verschillende ledematen of t.h.v. 1 lidmaat en de romp, waarvan ten minste 2 traumata voldoen aan de criteria in de posttraumatische of postoperatieve aandoeningen/orthopedie-traumatologie. Tot 120 behandelingen/jaar.

UITBREIDING F-LIJST B:

  • * primaire cervicale dystonie aangetoond met een diagnostisch verslag opgesteld door een geneesheer specialist voor neurologie.

AANPASSING F-LIJST B:

  • * Fibromyalgie: om meer dan 18 prestaties per kalenderjaar te mogen aanrekenen, moet de diagnose bevestigd zijn door een reumatoloog of specialist in de fysische geneeskunde en revalidatie, op grond van een klinisch onderzoek .

Kinesitherapie is in feite therapeia (verzorging, behandeling van het lichaam) via kinesis (beweging). Anders gezegd, een kinesitherapeut zal er voor dienen te zorgen dat iemand die beperkt is (geraakt) in zijn functioneren – en dat kan veroorzaakt worden door gekwetste spieren, verstijfde gewrichten, letsels aan zenuwen, hart, longen en/of mentale problemen en zoveel andere mogelijke (combinaties van) factoren – via het gebruik van beweging en een gamma van fysische (warmte, koude, elektrische stromen, etc) en technische middelen (terug) optimaal werkt. Het vakdomein is in de laatste twintig jaar zodanig gegroeid en ontwikkeld dat kinesitherapie op dit moment zonder enige twijfel is geëvolueerd tot een essentiële steunpilaar in de revalidatie. Evolutie staat echter meestal voor complexer worden. En dat is in de kinesitherapie niet anders. Het oubollige beeld van de “masseur” is verleden tijd.

Sinds april 1995 wordt het beroep van de kinesist in de wet omschreven als “een beroep binnen de medische sfeer doch met paramedische kenmerken”. Dit wil zeggen dat “kinesitherapeut” geen medisch, maar ook geen paramedisch beroep is. Niet echt een duidelijke situatie. In de praktijk loopt het evenwel meestal wel vlot; in concreto, gaat het zo dat een huisarts/specialist de patiënt doorverwijst en de kinesist de klacht onderzoekt en in overleg met de verwijzer en de patiënt de meest geschikte therapie bepaalt.

De opleiding: De gezondheidszorg heeft steeds meer nood aan goed opgeleide, wetenschappelijk-kritische en ethisch-bewuste kinesitherapeuten. Daarom heeft de wetgever beslist dat, vanaf 1998, de opleiding kinesitherapie nog uitsluitend op academisch (=universitair) niveau kan worden georganiseerd. De opleiding aan de hogeschool duurt bijgevolg 4 jaar – aan de universiteit duurt de opleiding 5 jaar en leidt tot een titel van licentiaat in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie – en leidt tot het diploma van licentiaat in de kinesitherapie. Dit betekent niet alleen een studieduurverlenging met één jaar ten opzichte van de vroegere opleiding “gegradueerde in de kinesitherapie”, maar evenzeer een verdiepen van de inhoud. Het wettelijk bepaald beroepsprofiel vereist dat kinesitherapeuten een grondige, wetenschappelijke opleiding krijgen.

Kinesitherapie

  1. Systematische handelingen met als doel functieproblemen van spierskeletale, zenuwfysiologische, respiratoire,cardiovasculaire en psychomotorische aard te verhelpen door het toepassen van één van de volgende vormen van therapie:
  2. de lichaamsoefeningtherapie, zijnde het tot een geneeskundig doel door de patiënt doen uitvoeren van bewegingen, met of zonder fysische bijstand;
  3. de massagetherapie,zijnde het tot een geneeskundig doel toepassen van massagetechnieken op de patiënt;
  4. de fysische therapieën, zijnde het tot geneeskundig doel aan de patiënt toedienen van niet-invasieve fysische prikkels, zoals elektrische stromen, elektromagnetische stralingen, ultrageluiden, warmte- en koudeapplicaties en balneotherapie;
  5. het verrichten van onderzoeken en het opstellen van balansen van de motoriek van de patiënt met als doel bij te dragen tot het stellen van een diagnose door een geneesheer of een behandeling bestaande uit de in de 1. bedoelde handelingen in te stellen;
  6. het concipiëren en het uitwerken van behandelingen bestaande uit de onder het 1. bedoelde handelingen;
  7. de prenatale en postnatale gymnastiek